zonneweg

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zon·ne·weg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zonneweg zonnewegen
verkleinwoord zonnewegje zonnewegjes

Zelfstandig naamwoord

de zonnewegm

  1. (astronomie) de cirkel aan de hemel die de zon in één jaar schijnt te doorlopen, in werkelijkheid dus de aardbaan
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

74 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be