wegpesten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weg·pes·ten
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

wegpesten

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wegpesten
pestte weg
weggepest
zwak -t volledig
  1. iemand dusdanig pesten dat deze besluit ergens te vertrekken
    • De bonden eisen van KLM dat deze de medewerkers in dienst houdt en hooguit detacheert bij de Vermaat Groep. Bovendien willen de bonden dat deze werknemers Schiphol houden als standplaats. Ander zou Vermaat ze misschien ergens anders tewerk stellen, waardoor hun baan niet meer aantrekkelijk is. „Dat soort wegpest-methoden zien we als vakbond helaas al te vaak. Niet per se bij Vermaat, maar we willen het gewoon uitsluiten”, zegt Wallaard.[1] 
    • Het lijkt wel het spelletje Rex Tillerson wegpesten uit het Witte Huis. De minister van Buitenlandse Zaken, voormalig baas van ExxonMobil, voelt zich consequent tegengewerkt en niet serieus genomen, met als gevolg een fikse woede-uitbarsting richting Trumps schoonzoon Jared Kushner en stafchef Reince Priebus, zo melden insiders in Washington.[2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. de Telegraaf PIETER VAN ERVEN DORENS 04 nov. 2017
  2. de Telegraaf HERMAN STAM 29 jun. 2017
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be