weggebruiker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- weg·ge·brui·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van weg en gebruiker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weggebruiker | weggebruikers |
verkleinwoord | weggebruikertje | weggebruikertjes |
Zelfstandig naamwoord
de weggebruiker m
- (verkeer) iedereen die deelneemt aan het verkeer
- Voetgangers zijn wel weggebruikers maar geen bestuurders.
- Weggebruikers worden verdeeld in verschillende categorieën.
Synoniemen
Verwante begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord weggebruiker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.