wegslikken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wegslikken (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɛxslɪkə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- weg·slik·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van weg bw en slikken ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
wegslikken |
slikte weg |
weggeslikt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
wegslikken
- overgankelijk iets helemaal uit mond in de slokdarm laten afdalen
- Je kunt dit bittere medicijn maar beter snel wegslikken.
- overgankelijk (figuurlijk) zich over een negatief gevoel heenzetten
- De ploeg kon de teleurstelling over de verloren halve finale niet wegslikken en verloor ook de strijd om het brons.
Synoniemen
- afslikken
- [1] doorslikken
Typische woordcombinaties
- wel iets moeten wegslikken
zich over een negatief gevoel heen moeten zetten
Vertalingen
1. iets helemaal uit mond in de slokdarm laten afdalen
2. (figuurlijk) zich over een negatief gevoel heenzetten
Gangbaarheid
- Het woord wegslikken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal