wegenwacht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Wegenwachtbusje
Uitspraak
Woordafbreking
  • we·gen·wacht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wegenwacht wegenwachten
verkleinwoord wegenwachtje wegenwachtjes

Zelfstandig naamwoord

wegenwacht

  1. m (verkeer) (beroep) iemand die bij pech professioneel hulp komt bieden
  2. v/m (verkeer) het wacht houden bij de weg
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be