wegwissen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  wegwissen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• weg·wis·sen

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  weg bw  en  wissen ww 

Werkwoord

wegwissen

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
wegwissen	wiste weg	weggewist
zwak -t	volledig

1. met een vegende beweging iets verwijderen

   • Ik ben gaan rondlopen en iets zei mij dat ik daar weg moest gaan. Ik vond dat ik sporen moest wegwissen. Ik had bloed op mijn handen”.  
   • ,,De zaal stond op z’n kop,’’ zegt organisator Paul Gelen. ,,Het was een super, super, supermiddag. Waanzinnig. Soms moesten de zakdoeken de emotie wegwissen. Geweldig.’’ De zangers Thomas Berge en Marga Bult zaten in de jury.  

Synoniemen

• uitvegen, wegvegen, uitwissen, verwijderen

Vertalingen

    1. verwijderen   

Engels: delete (en)

Gangbaarheid

• Het woord wegwissen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "wegwissen" herkend door:

71 %	van de Nederlanders;
84 %	van de Vlamingen.