leerweg

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  leerweg    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈlerwɛx/

Woordafbreking

• leer·weg

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  leer ww  en  weg zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	leerweg	leerwegen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de leerweg m

1. (onderwijs) hoofdvariant binnen een opleiding, reeks van studie-onderdelen die tot een diploma leidt en die past bij een van de manieren waarop mensen het beste kennis kunnen opdoen
   1. (Nederland) in het vmbo vanaf het 2e jaar: basisberoepsgerichte, kaderberoepsgerichte, theoretische of gemengde leerweg
   2. (Nederland) in het mbo: beroepsopleidende en beroepsbegeleidende leerweg
2. (onderwijs) reeks van opleidingen die in verschillende landen tot een vergelijkbaar diploma leidt

Afgeleide begrippen

• leerwegondersteunend

Gangbaarheid

• Het woord leerweg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "leerweg" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
84 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

• Wikipedia: leerwegen vmbo in Nederland
• Wikipedia: leerwegen mbo in Nederland