voetweg
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voet·weg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voetweg | voetwegen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de voetweg m
- een weg waarover men kan wandelen
- Jeroen Verstraete (39) uit Sint-Amandsberg werd dinsdagmorgen rond 9 uur levenloos aangetroffen op een kasteeldomein langs de Antwerpse Voetweg en werd net als Descamps en haar grootouders met messteken om het leven gebracht. [2]
- Zoals hij naar een pad kijkt, al ligt dat vol scherpe keien of is het verscholen half in de zuigende modder, heeft misschien nooit eerder iemand naar zoiets aards als een voetweg gekeken: ‘de verbeelding móét een lijn in het land volgen, verder de ruimte in, maar ook terug in de tijd naar de geschiedenis van een route en naar eerdere wandelaars.’ [3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord voetweg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "voetweg" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia Simone van Zwienen 28-07-17 Belgische bodybuilder heeft mogelijk ook moord op fotograaf op zijn geweten
- ↑ NRC 22 juni 2012 Een teer web over de wereld
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be