na
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
![]() |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- na
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘voorzetsel’ voor het eerst aangetroffen in 1200 [1]
- [1],[2] erfwoord via Middelnederlands na van Oudnederlands nah[2]
- [3] van Hebreeuws נע (na) "bewegend, mobiel"
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | na | nader | naast |
verbogen | naë | nadere | naaste |
partitief | na's | naders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
na
- dichtbij staand.
- Dit vereist een nader onderzoek.
- Ik proef in 't zuivre morgenlicht
- Als een nog woordeloos gedicht
- Uw naë afwezigheid — Boutens
- verwant
- Dit is zijn naaste familie.
- (Jiddisch-Hebreeuws) bewegend (in: schwa na)[3]
Opmerkingen
- De vormen van de stellende trap zijn verouder(en)d en de vergrotende en overtreffende trap functioneren meer en meer als afzonderlijke bijvoeglijke naamwoorden.
Voorzetsel
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
|
Vertalingen
1. in tijd volgend op
|
|
Bijwoord
vnw. bijw. | ||
---|---|---|
voorzetselbijwoord | na | |
persoonlijk | erna | |
aanwijz. | nabij | hierna |
veraf | daarna | |
vragend/betrekk. | waarna |
- bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
- nakijken: hij keek het huiswerk na
- prepositioneel deel van een voornaamwoordelijk bijwoord
- erna: hij heeft er weinig na weten te bereiken.
- te ~ te dicht erbij, te veel in iemands vaarwater.
- Je moet hem niet te na komen, dan krijg je problemen.
Uitdrukkingen en gezegden
- iemand niet te na gesproken
iemand, veelal uit respect, uitsluiten van de gedane uitspraak
- De goeden niet te na gesproken, maar de zorg kan naar mijn idee zovele malen beter.
Gangbaarheid
- Het woord na staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "na" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ "na" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ na op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
Voorzetsel
na
- naar
- «Ek smag nog na die miere, die krieke, die bye, die besies en die bloedrooi grond. »
- Ik smacht nog naar de mieren, de krekels, de bijen, de beestjes en de bloedrode grond.
- «Ek smag nog na die miere, die krieke, die bye, die besies en die bloedrooi grond. »
Lingala
Voorzetsel
na
Voegwoord
na
Papiaments
Voorzetsel
na
Pools
Uitspraak
- IPA: /na/
Woordafbreking
- na
Voorzetsel
na
- op; aan de bovenkant aanrakend, rustend op
Slowaaks
Uitspraak
- IPA: /na/
Woordafbreking
- na
Voorzetsel
na
Surinaams
Bijvoeglijk naamwoord
na
Voorzetsel
na
Tlingit
Zelfstandig naamwoord
na
Tsjechisch
Uitspraak
Woordafbreking
- na
Voorzetsel
na + accusatief
- op; geeft een beweging aan naar oppervlak
- «Položila na televizor zelený kolíček na prádlo.»
- Ze heeft de groene wasknijper op de televisie gelegd.
- «Položila na televizor zelený kolíček na prádlo.»
- op; met gebruik van
- «Hrála na piano.»
- Ze speelde op de paino.
- «Hrála na piano.»
- voor
- «Jdeš s námi na pivo?»
- Ga je met ons mee voor een biertje?
- «Jdeš s námi na pivo?»
- in; gedurende, tijdens
- «Na podzim padá listí se stromů.»
- In de herfst vallen de bladeren van de bomen.
- «Na podzim padá listí se stromů.»
- in
- «Takových případů je známo na tisíce.»
- Van dergelijke gevallen zijn er in de duizenden bekend.
- «Takových případů je známo na tisíce.»
- naar
- «Díval se celý den jen na televizi.»
- Hij keek de hele dag alleen maar naar de televisie.
- «Díval se celý den jen na televizi.»
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
Verwante begrippen
Voorzetsel
na + locatief
- op; aan de bovenkant aanrakend, rustend op
- «Na stole leží čtyři kancelářské sponky.»
- Op tafel liggen vier paperclips.
- «Na stole leží čtyři kancelářské sponky.»
- aan
- «Jeden z obrazů již nevisel na zdi.»
- Eén van de schilderijen hing al niet meer aan de muur.
- «Jeden z obrazů již nevisel na zdi.»
- in; iets dat iets anders bevat
- «Na sále je k dispozici občerstvení.»
- In de zaal zijn drankjes beschikbaar.
- «Na sále je k dispozici občerstvení.»
Verwijzingen
Categorieën:
- Jiddisch-Hebreeuws in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 2
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Erfwoord in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Voorzetsel in het Nederlands
- Bijwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Afrikaans
- Voorzetsel in het Afrikaans
- Woorden in het Lingala
- Voorzetsel in het Lingala
- Voegwoord in het Lingala
- Woorden in het Papiaments
- Voorzetsel in het Papiaments
- Woorden in het Pools
- Woorden in het Pools met IPA-weergave
- Voorzetsel in het Pools
- Woorden in het Slowaaks
- Woorden in het Slowaaks met IPA-weergave
- Voorzetsel in het Slowaaks
- Woorden in het Surinaams
- Bijvoeglijk naamwoord in het Surinaams
- Voorzetsel in het Surinaams
- Woorden in het Tlingit
- Zelfstandig naamwoord in het Tlingit
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Woorden in het Tsjechisch met audioweergave
- Voorzetsel in het Tsjechisch
- Voorzetsel met de accusatief in het Tsjechisch
- Voorzetsel met de locatief in het Tsjechisch