en

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: eenén, EN


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • en
Woordherkomst en -opbouw
  • [A] erfwoord, in de betekenis van ‘nevenschikkend voegwoord’ voor het eerst aangetroffen in 776 [1]
  • afkomstig van:
Middelnederlands:  ende vw 
Oudnederlands:  enda vw ,  anda vw 
Germaans: *andi
Indo-Europees: *h₂entí
  • Verwant in Germaans:
West: Engels: and (Angelsaksisch: and, end, ond), Duits: und, (Oudhoogduits: inti, enti, unta), Fries: en, in (Oudfries: ende)
Noord: Zweeds: än, Deens end, (Oudnoords: enn), IJslands: enn, Faeröers: enn

Voegwoord

[A] en

  1. wordt gebruikt om zinsdelen of begrippen aan elkaar toe te voegen
    • Vader en moeder praten met elkaar. 
  2. wordt gebruikt tussen de laatste woorden van een opsomming
    • Fietsen, brommers en motoren zijn verboden. 
  3. wordt gebruikt als synoniem voor de wiskundige bewerking plus
    • Één en één is twee. 
  4. (in de logica) als verkorte aanduiding voor een conjunctie.
    • A en B en C. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
[1] "en" om gelijkwaardige delen van een naam te verbinden
in namen van organisaties
[3] "en" wordt veel gebruikt in hoofdtelwoorden en de daarvan afgeleide rangtelwoorden
Uitdrukkingen en gezegden
Spreekwoorden
Vertalingen

Bijwoord

[B] en

  1. (verouderd) (onderdeel van een dubbele ontkenning) niet
    • Ik schreide om hulp omdat ik niet geholpen en werd. 
      Soo Barmhertigh was de Sarepsche Vrouwe,
    Al had sy maer een weynigh Meel behouwen
    Helias noodt uyt Liefde sy aenveerde,
    Bieck hem eerst Broodt soo veel als hy begeerde,
    Godts goedtheydt groot en heeft haer niet besweken
    Tot in haer doot en leed sy gheen ghebreken.
    [3]
Synoniemen

Voorzetsel

[C] en

  1. in (alleen in de volgende verbindingen)
Typische woordcombinaties

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen


Achterhoeks

Voegwoord

en

  1. en; wordt gebruikt om zinsdelen aan elkaar toe te voegen
  2. en; wordt gebruikt tussen elementen van een opsomming


Catalaans

Voornaamwoord

en

  1. er, ervan (vóór het werkwoord)
    «En mengen molt.»
    Ze eten er veel van.
    «Quants gats teniu? — En tenim tres.»
    Hoeveel katten hebben jullie? — We hebben er drie (van).
Opmerkingen

en vervangt een zinsdeel dat begint met het voorzetsel de, en zinsdelen die een hoeveelheid aanduiden.


Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • en
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoordse woord einn
Naar frequentie 8
Telwoord (dan)
0
1 11 10 100 103
2 12 20 106
3 13 30 109
4 14 40 1012
5 15 50 1015
6 16 60 1018
7 17 70 1021
8 18 80 1024
9 19 90 1027

Hoofdtelwoord

en

  1. één

Lidwoord

en (onbepaald lidwoord voor het gemeenschappelijke geslacht)

  1. een
Schrijfwijzen
Verwante begrippen
  • et (onbepaald lidwoord voor onzijdige woorden)

Onbepaald voornaamwoord

en

  1. iemand (een persoon)
  2. men
Verwante begrippen

Verwijzingen


Drents

Voegwoord

en

  1. en; wordt gebruikt om zinsdelen aan elkaar toe te voegen
  2. en; wordt gebruikt tussen elementen van een opsomming


Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • (voorzetsel): Uit Latijn in.
  • (bijwoord/voornaamwoord): Uit Oudfrans ent (10e eeuw), ontwikkeld uit Latijn inde ‘daarvandaan, vandaar’.

Voorzetsel

en

  1. in
    «Croire en Dieu.»
    In God geloven.
    «Mettre en œuvre.»
    In het werk stellen.
    «Bon en mathématiques.»
    Goed in wiskunde.
  2. met een gemechaniseerd vervoermiddel.
    «Je suis allé en Corse en avion, mais je suis revenu en bateau.»
    Ik ben met het vliegtuig naar Corsica gegaan, maar met de boot teruggekomen.
  3. Voor een gérondif.
    «en forgeant»
    bij het smeden
    «Volange pérorait, avec des gestes gracieux, et Lambert hochait la tête en souriant.»
    Volange sprak met sierlijke gebaren en Lambert knikte glimlachend.[1]
  4. Vervangt à of au in bepaalde gevallen.
    «En Europe, on essaie d’être pragmatique.»
    In Europa trachten we pragmatisch te zijn.
    «En France - mais au Québec.»
    In Frankrijk - maar in Québec.

Bijwoord

en

  1. vandaan
    «La piscine ? J’en viens !»
    Het zwembad? Daar kom ik net vandaan!

Persoonlijk voornaamwoord

en

  1. ervan, erover.
    «J’en ai marre.»
    Ik heb er schoon genoeg van.
    «J’en ai été informé.»
    Ik ben ervan op de hoogte gesteld.

Verwijzingen


Gronings

Voegwoord

en

  1. en (wordt gebruikt om zinsdelen aan elkaar toe te voegen)
  2. en (wordt gebruikt tussen elementen van een opsomming)


IJslands

Uitspraak
Woordafbreking
  • en

Bijwoord

en

  1. wat
    «En gaman að sjá þig!»
    Wat leuk om je te zien!

Voegwoord

en

  1. maar
    «Bóndinn heldur hænur, hesta og sauðfé á búi sínu, en engar kýr.»
    De boer houdt kippen, paarden en schapen op zijn landgoed, maar geen koe.
  2. echter
  3. ondanks
  4. toch
  5. dan (na een vergrotende trap van een bijvoeglijk naamwoord of van een bijwoord)
    «Ég get ekki sagt að hvaða leyti annað er betra en hitt.»
    Ik kan niet zeggen hoe de een beter is dan de ander.
Uitdrukkingen en gezegden
  • [5]: hægara sagt en gert
makkelijker gezegd dan gedaan


Nedersaksisch

Voegwoord

en

  1. en; wordt gebruikt om zinsdelen aan elkaar toe te voegen
  2. en; wordt gebruikt tussen elementen van een opsomming
Schrijfwijzen

Lidwoord

en

  1. een, 'n; een onbepaald lidwoord
Schrijfwijzen


Noors

En
Één
Uitspraak
Woordafbreking
  • en
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoordse woord einn
Naar frequentie 6

Bijwoord

en

  1. circa, ongeveer
Uitdrukkingen en gezegden
  • for en sju, åtte år siden
ongeveer zeven à acht jaar geleden
Telwoord (nor)
0
1
1
11 10 100 103
2 12 20
20
200 106
3 13 30
30
300 109
4 14 40
40
400 1012
5 15 50 500 1015
6 16 60 600 1018
7
7
17 70 700 1021
8 18 80 800 1024
9 19 90 900 1027

Hoofdtelwoord

en (onbepaald voor mannelijke en vrouwelijke woorden)

  1. één, 1
Verwante begrippen
  • ei (onbepaald voor vrouwelijke woorden)
  • ett (onbepaald voor onzijdige woorden)
  • første

Lidwoord

en (onbepaald voor mannelijke en vrouwelijke woorden)

  1. een
    «Og jeg har alltid hatt lyst til å skrive en bok om en yngre jente som kommer til storbyen.»
    En ik heb altijd zin gehad om een boek te schrijven over een jong meisje dat naar de grote stad gaat.
Schrijfwijzen
Verwante begrippen
  • ei (onbepaald voor vrouwelijke woorden)
  • et (onbepaald voor onzijdige woorden)

Onbepaald voornaamwoord

en

  1. iemand (een persoon)
    «Det var en som spurte etter deg.»
    Er was iemand die naar je vroeg.
  2. men
    «En kan nesten daglig se i arbeiderpartipressen at ...»
    Men kan bijna dagelijks zien in de pers van de arbeiderspartij dat ...
Verwante begrippen
  • ei (onbepaald voor vrouwelijke woorden)
  • et (onbepaald voor onzijdige woorden)


Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • en

Lidwoord

en, m

  1. een
    «Er waar en arrig bschaffigte Dichder un Schreiwer.»
    Hij was een erg bezige dichter en schrijver.
Opmerkingen


Sallands

Voegwoord

en

  1. en; wordt gebruikt om zinsdelen aan elkaar toe te voegen
  2. en; wordt gebruikt tussen elementen van een opsomming


Spaans

Voorzetsel

en

  1. in, uit, op, aan, bij, te


Stellingwerfs

Voegwoord

en

  1. en; wordt gebruikt om zinsdelen aan elkaar toe te voegen
  2. en; wordt gebruikt tussen elementen van een opsomming


Toki Pona

en in Sitelen Pona
Uitspraak
Woordafbreking
  • en
Woordherkomst en -opbouw

Voegwoord

en

  1. en (tussen onderwerpen)


Twents

Voegwoord

en

  1. en; wordt gebruikt om zinsdelen aan elkaar toe te voegen
  2. en; wordt gebruikt tussen elementen van een opsomming


Veluws

Voegwoord

en

  1. en; wordt gebruikt om zinsdelen aan elkaar toe te voegen
  2. en; wordt gebruikt tussen elementen van een opsomming


Zweeds

Uitspraak
Naar frequentie 7
Telwoord (swe)
0
1 11 10 100 103
2 12 20 200 106
3 13 30 300 109
4 14 40 400 1012
5 15 50 500 1015
6 16 60 600 1018
7 17 70 700 1021
8 18 80 800 1024
9 19 90 900 1027
Uitspraak

Hoofdtelwoord

en, g (onbepaald, gemeenschappelijk, enkelvoud)

  1. één

Lidwoord

en, g (onbepaald, gemeenschappelijk, enkelvoud)

  1. een
Verwante begrippen
  • ett (onbepaald, onzijdig, enkelvoud)

Zelfstandig naamwoord

en g

  1. (coniferen) jeneverbes