naheffing
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Inhoud
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- na·hef·fing
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van na bw en heffing zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | naheffing | naheffingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- een belastingaanslag die volgt op de voorlopige aanslag
- Een notaris die zijn zorgplicht schendt is niet per se ook aansprakelijk voor de fouten die hij maakt. Dat blijkt uit een zaak waarin iemand te weinig overdrachtsbelasting heeft betaald omdat de notaris bepaalde zaken niet in de akte had opgenomen. De gedupeerde kreeg daardoor van de belastinginspecteur nog een naheffing voor de overdrachtsbelasting inclusief rente.[2]
- De uitspraak van het hof is eeen domper voor de Belastingdienst en een volgende stap in een jarenlange strijd tussen een groep van tientallen erfgenamen die voor miljoenen euro’s aan naheffingen had ontvangen, omdat de Belastingdienst hun overleden ouders had aangemerkt als zwartspaarders.[3]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord naheffing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'naheffing' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf LEON BRANDSEMA 16 mrt. 2018
- ↑ de Telegraaf LEON BRANDSEMA EN BART MOS 20 feb. 2018
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 89 %