Naar inhoud springen

post

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: post-, Post
  • post
[1, 2] enkelvoud meervoud
naamwoord post -
verkleinwoord - -
[3-6] enkelvoud meervoud
naamwoord post posten
verkleinwoord postje postjes
[7] enkelvoud meervoud
naamwoord post posts
verkleinwoord postje postjes

depostv/m

  1. (geen meervoud) toegezonden materiaal, zoals brieven; poststuk - poststukken
    • Maak jij de post even open? 
     De nieuwe postbode bezorgt de post verkeerd, dus onze buurman klopt aan met een brief.[21]
     In een interview in 2009 met Mare zei Buikhuisen dat hij nog altijd last had van de affaire. Hij zei nog elke keer te hopen op een verontschuldiging als hij post kreeg van de universiteit. "Dat ze gewoon een beetje erkennen: we zijn toch wel tekortgeschoten. Ik zou daar heel blij mee zijn."[22]
  2. (geen meervoud) (bedrijfskunde) de posterijen en hun werknemers
    • Hij werkt bij de post. 
  3. (financieel) een boekhoudkundige term voor een geboekt (aantal) bedrag(en), uren of andere administratieve eenheden
    • Wilt u een openstaande post afboeken? 
  4. (bouwkunde) de stijl / het kader van een deur of raam
  5. een plek waar iemand gestationeerd is
     Ruim voor de afgesproken tijd zaten ze bewapend op hun post in het weiland en lagen er schouwen klaar bij de Lapperskade om de wapens verder mee te vervoeren.[23]
  6. (economie) betrekking [2], dienstverband
     Want de arbeidersmeerderheid had het probleem dat ze geen opgeleide mensen hadden voor alle bureaucratische en politieke posten.[24]
  7. (internet) een (meestal kort) tekstbericht op een internetforum
     Er was een post geplaatst met een link naar een interview met haar.[25]
  • per kerende post
zo snel mogelijk
 Mocht deze regeling u schikken, bericht u me dan per kerende post of u op het aanbod ingaat en dan zullen we van daaruit verder kijken.[21]
  • op de post doen
versturen via het postbedrijf
 Zo werden er die week twee bijna identieke overlijdensberichten op de post gedaan.[23]
vervoeging van
posten

post

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van posten
  2. gebiedende wijs van posten

post

  1. op een later tijdstip of in een latere periode dan (als deel van aan het Latijn ontleende uitdrukkingen of in navolging daarvan)
  • post of propter
    erna of erdoor; is de ene gebeurtenis alleen later dan of ook veroorzaakt door de andere
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[26]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  4. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  5. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  6. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  7. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  8. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  9. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  10. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  11. post op website: Etymologiebank.nl
  12. post op website: Etymologiebank.nl
  13. post op website: Etymologiebank.nl
  14. post op website: Etymologiebank.nl
  15. post op website: Etymologiebank.nl
  16. post op website: Etymologiebank.nl
  17. post op website: Etymologiebank.nl
  18. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  19. post op website: Etymologiebank.nl
  20. "post" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  21. 1 2
    Jessie Burton vert. Marja Borg
    “De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff op Wikipedia, ISBN 9789024574704
  22. Bronlink geraadpleegd op 11 mei 2025 Weblink bron “Criminoloog Wouter Buikhuisen (91) overleden” (10 mei 2025), NOS
  23. 1 2
    Teuntje de Haan
    “Een muur van water” (2018), Em. Querido's Uitgeverij op Wikipedia, ISBN 9789021409375
  24. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044625691
  25. “De Camino” (2021), Luitingh-Sijthoff op Wikipedia, ISBN 9789024582280
  26. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud meervoud
post posts

post

  1. (materiaalkunde) paal [1]
  2. (sport) doelpaal
vervoeging
onbepaalde wijs to  post 
he/she/it  posts 
verleden tijd  posted 
voltooid
deelwoord
 posted 
onvoltooid
deelwoord
 posting 
gebiedende wijs  post 

post

  1. onovergankelijk met postpaarden reizen
  2. overgankelijk posten
  3. overgankelijk bekendmaken
  4. overgankelijk, (sport) neerzetten [3]
  5. overgankelijk, (juridisch) aanklagen

pŏst + accusatief

  1. achter
  2. na
    «Post bellum.»
    Na de oorlog.

post

  1. daarna, later
  2. achteraan
  • post
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *postъ

post monbezield

  1. (religie) vasten
  • post

post monbezield

  1. (spreektaal) hoge positie
    «Nově zvolený americký prezident Donald Trump oznámil, že na post ministra obrany jmenuje příští týden generála ve výslužbě Jamese Mattise.»
    De nieuw gekozen Amerikaanse president Donald Trump maakte bekend, dat hij op de post Minister van Defensie volgende week generaal in dienst James Mattis benoemt.
  2. (sport)(spreektaal) positie; plaats en functie van een speler in het veld
  3. (religie)(dialect) vasten
  4. (verouderd) arbeidsplaats, baan; beroep, werk
  1. křeslo o, funkce v
  2. půst monbezield

post mbezield

  1. (verouderd)(spreektaal) een geüniformeerde man die op wacht staat



post

  1. (religie) vasten