dichtbij

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dicht·bij
Woordherkomst en -opbouw

Voorzetsel

dichtbij

  1. niet ver van
     Duizenden gelovigen staan in de Italiaanse stad Padua in de rij om een glimp op te vangen van de relikwieën van de heilige Antonius. Het skelet is voor het eerst sinds 1981 weer van dichtbij te zien voor het publiek.[1]
Opmerkingen
Synoniemen
Vertalingen
stellend vergrotend overtreffend
dichtbij dichterbij het dichtstbij


Bijwoord

dichtbij

  1. in de onmiddellijke nabijheid
    • Van dichterbij bekeken leek dat maar zo. 
     Ik wilde de hele trail van begin tot eind te lopen en hoopte maar dat een paar dagen rust in het dichtbij gelegen dorp Independence mij zouden helpen om alles weer in perspectief te zien.[2]
Vertalingen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen dichtbij dichterbij dichtstbij
verbogen dichtbije dichterbije dichtstbije
partitief dichtbijs dichterbijs -

Bijvoeglijk naamwoord

dichtbij

  1. niet ver van hier
    • Het huis is dichterbij dan ik dacht. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Italianen in de rij voor St. Antonius” (Maandag 15 februari 2010, 15:51), NOS
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be