naspel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·spel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord naspel naspelen
verkleinwoord naspelletje naspelletjes

Zelfstandig naamwoord

het naspelo

  1. (muziek) de dans, het toneel of de muziek ter afsluiting van een theaterstuk, opera, ballet etc.
    • In het naspel hoort men het typische motiefje nog enige malen terug. 
  2. (seksualiteit) de anticlimax na de coïtus
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Anagrammen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be