Naar inhoud springen

naspeuren

Uit WikiWoordenboek
  • na·speu·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
naspeuren
speurde na
nagespeurd
zwak -d volledig

naspeuren

  1. overgankelijk nauwkeurig onderzoeken
96 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be