Naar inhoud springen

WikiWoordenboek:Voorzetsel

Uit WikiWoordenboek

Een voorzetsel is een woord dat voor een naamwoordelijke constituent geplaatst wordt om er ofwel een bijwoordelijke bepaling ofwel een voorzetselvoorwerp van te maken. In het laatste geval spreekt met van vaste voorzetsels, omdat het voorzetsel dan een vaste combinatie met het werkwoord vormt.

Voorzetsels worden in WikiWoordenboek gerekend tot de "Bijwoorden in ruimere zin" omdat zij kunnen worden beschouwd als gespecialiseerde bijwoorden. Zij voegen namelijke ook een nadere bepaling toe, zij het niet aan het gezegde maar aan een naamwoordelijke constituent. Zij nemen daarmee vaak de functie over van wat in talen met een uitgebreid naamvalssysteem (zoals het Sanskriet of het Russisch) door naamvalsuitgangen weergegeven wordt.

In Indo-Europese talen hebben voorzetsels zich dan ook historisch uit bijwoorden ontwikkeld en in het Nederlands is dat nog goed te zien aan het feit dat vele voorzetsels ook als voorzetselbijwoorden gebruikt kunnen worden. In sommige gevallen heeft het bijwoord echter wel een eigen vorm gekregen. Een voorbeeld daarvan is het bijwoord mede of mee, dat als voorzetsel met naast zich heeft.

In sommige Indo-Europese talen, zoals Nederlands, Engels of Frans hebben de voorzetsels de naamvalsuitgangen vrijwel geheel vervangen, in andere zoals het Duits is dat proces maar gedeeltelijk gebeurd. In zulke talen is het vaak de combinatie van een voorzetsel en een naamval die de precieze betekenis vastlegt. In het Russisch komen voorzetsels soms met drie verschillende naamvallen voor, iedere combinatie met zijn eigen betekenis.

Soms kunnen ook andere woorden dan de oorspronkelijke voorzetselbijwoorden zoals in, op, mede enz. de rol van voorzetsel gaan vervullen. Dit is in het Nederlands het geval met woorden als via (een leenwoord), gedurende (een deelwoord), tijdens (een genitief) enz.

In sommige gevallen wordt de bepaling niet vóór maar achter de naamwoordelijke constituent geplaatst. In sommige talen, zoals Hindi is dat zelfs regel en spreekt met van achterzetsels. Het is waarschijnlijk dat de naamvalsuitgangen van het Indo-Europees ooit ontstaan zijn uit een versmelting van dergelijke achterzetsels met het naamwoord. Sommige talen hebben beide voorzetsels en achterzetsels en achterzetsels krijgen dan de naamval van de postpositionalis.