Lingala
Uiterlijk
ISO 639-3 |
---|
lin |
bestand |
- Lin·ga·la
enkelvoud | bezitsvorm | meervoud | |
---|---|---|---|
naamwoord | Lingala | - | - |
verkleinwoord | - | - | - |
het Lingala o
- geen meervoud (taal) Bantoetaal gesproken door 60 miljoen sprekers vooral in de Democratische Republiek Congo en de Republiek Congo
- ▸ Hij at wat mensen hem voorschotelden, hij sliep bij ze, praatte met ze in hun taal, het Lingala, en ontwikkelde een diep gevoel van verbondenheid met de Congolezen.[1]
- Het woord 'Lingala' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Weblink bron
Karlijn Saris“Hij kwam, en de mensen waren gelukkig” (5 augustus 2020) op nrc.nl
Lingala
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Lusengotalen
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Eigennaam in het Nederlands
- Betekenis zonder meervoud in het Nederlands
- Taal in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 7
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Taal in het Engels