nadreunen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·dreu·nen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

nadreunen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
nadreunen
dreunde na
nagedreund
zwak -d volledig
  1. (figuurlijk) van iets vervelends dat het lang invloed zal blijven houden
    • Ajax-trainer Peter Bosz denkt dat de nederlaag bij Excelsior nog wel even zal nadreunen bij Feyenoord.[2] 
    • Zelfs als zij dit allemaal overleven, vrezen de inwoners van Raqqa voor de toekomst, terwijl het barbaarse verleden nog heel lang zal nadreunen.[3] 

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 07 mei 2017
  3. de Telegraaf RALPH DEKKERS 01 apr. 2017
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be