nakaarten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- na·kaar·ten
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
nakaarten [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
nakaarten |
kaartte na |
nagekaart |
zwak -t | volledig |
- na afloop van een gebeurtenis, deze gebeurtenis met elkaar bespreken, praten over iets dat al geëindigd is
- Dat Crombez begeesterd blijft nakaarten over zijn rendez-vous met Pepper , is precies wat werkgeversorganisatie Voka wil bewerkstelligen met de jaarlijkse politieke zomerstages. [3]
- De jaarlijkse Brommercross in Lonneker is teruggebracht van acht naar zes uur. Zodat het volk nog een tijdje blijft nakaarten in de feesttent. Paar pilsjes drinken aan de 'vitaminebar' en voor een tussendoortje naar de VVV, dat hier staat voor Vies Vet Veel. [4]
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
- nakaarten heeft geen zin
het heeft geen zin om door te gaan met zeuren over iets dat als geweest is en niet meer kan veranderen
Vertalingen
1. na afloop van een gebeurtenis, deze gebeurtenis met elkaar bespreken, praten over iets dat al geëindigd is
Gangbaarheid
- Het woord nakaarten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "nakaarten" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ nakaarten op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard 23 AUGUSTUS 2016 Sylvie Van Ginneken
- ↑ Tubantia 25-10-2009
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 88 %
- Prevalentie Vlaanderen 93 %