leven
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- le·ven
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
leven |
leefde |
geleefd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
leven [4]
- het doormaken van het leven
- Zij leven al drie jaar langer dan verwacht met die ziekte.
- Wij zullen lang leven!
Hyponiemen
Vertalingen
1. het doormaken van het leven
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leven | levens |
verkleinwoord | leventje | leventjes |
Zelfstandig naamwoord
- een voortbestaan van organismen, gericht op groei en/of vermenigvuldiging
- Het leven op aarde moet er tijdens de ijstijd heel anders uitgezien hebben dan nu.
- de tijdsspanne die men levend doorbrengt
- Die schrijver heeft gedurende zijn leven heel wat werken geschreven die ook vandaag nog veel gelezen worden.
- het menselijk bestaan in het algemeen
- ▸ `Van Sinterklaas tot Sintemaarten' is bestemd voor Nederland en Vlaanderen. Wij hopen van harte dat het boek, mede door de grote toewijding waarmee Otto Dicke het heeft geïllustreerd, met vreugde gebruikt zal worden. Niet alleen voor de jeugd, in gezin en school, maar ook door alleenstaanden en zieken. Kortom: allen die zich willen verdiepen in de 'feestelijke' kant van het leven.[6]
- periode dat iets in functie is
- ▸ Toch blijft de Nationale 7 een mythisch traject, een Franse Route 66, aan een tweede leven begonnen als nostalgische attractie. 'De mensen willen terugkeren naar een gelukkige tijd', zegt Patrick Henriroux (55), patron van tweesterrenrestaurant La Pyramide in Vienne.[7]
- activiteit en drukte
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Uitdrukkingen en gezegden
|
Anagrammen
Vertalingen
1. een voortbestaan van organismen, gericht op groei en/of vermenigvuldiging
2. de tijdsspanne die men levend doorbrengt
Gangbaarheid
- Het woord leven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "leven" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[10] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "leven" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ leven op website: Etymologiebank.nl
- ↑ leven op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 7
- ↑ 7,0 7,1 Weblink bron Peter Giesen“Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
- ↑ Herzen, FrankDe zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 94
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 15
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Cornisch
Bijvoeglijk naamwoord
leven
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bezieldheid: niet geanimeerd
- Metadomein: abstract
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Cornisch
- Bijvoeglijk naamwoord in het Cornisch