leven

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·ven
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘niet dood zijn’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1] [2] [3]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
leven
leefde
geleefd
zwak -d volledig

Werkwoord

leven [4]

  1. het doormaken van het leven
    • Zij leven al drie jaar langer dan verwacht met die ziekte. 
    • Wij zullen lang leven! 
Hyponiemen
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord leven levens
verkleinwoord leventje leventjes

Zelfstandig naamwoord

leven o [5]

  1. een voortbestaan van organismen, gericht op groei en/of vermenigvuldiging
    • Het leven op aarde moet er tijdens de ijstijd heel anders uitgezien hebben dan nu. 
  2. de tijdsspanne die men levend doorbrengt
    • Die schrijver heeft gedurende zijn leven heel wat werken geschreven die ook vandaag nog veel gelezen worden. 
  3. het menselijk bestaan in het algemeen
     `Van Sinterklaas tot Sintemaarten' is bestemd voor Nederland en Vlaanderen. Wij hopen van harte dat het boek, mede door de grote toewijding waarmee Otto Dicke het heeft geïllustreerd, met vreugde gebruikt zal worden. Niet alleen voor de jeugd, in gezin en school, maar ook door alleenstaanden en zieken. Kortom: allen die zich willen verdiepen in de 'feestelijke' kant van het leven.[6]
  4. periode dat iets in functie is
     Toch blijft de Nationale 7 een mythisch traject, een Franse Route 66, aan een tweede leven begonnen als nostalgische attractie. 'De mensen willen terugkeren naar een gelukkige tijd', zegt Patrick Henriroux (55), patron van tweesterrenrestaurant La Pyramide in Vienne.[7]
  5. activiteit en drukte
    • Hij vroeg zich af wat dit alles te betekenen had. Anders was zo'n grote stad toch altijd vol leven?[8] 
     Je ziet ook hoe het leven langzaam uit de Route is weggetrokken. De romantiek van het verval is overvloedig aanwezig. Verlaten, met gras en onkruid overwoekerde tankstations.[7]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
Anagrammen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[10]

Meer informatie

Verwijzingen


Cornisch

Bijvoeglijk naamwoord

leven

  1. glad