leefbaar
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- leef·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | leefbaar | leefbaarder | leefbaarst |
verbogen | leefbare | leefbaardere | leefbaarste |
partitief | leefbaars | leefbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
leefbaar
- geschikt om in te leven
- Amsterdam op nummer elf als "meest leefbare stad" ter wereld [1]
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord leefbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "leefbaar" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ www.nu.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be