levensduur
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: levensduur (hulp, bestand)
- IPA: /levənzdyr/
Woordafbreking
- le·vens·duur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van leven en duur met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | levensduur | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
levensduur m
- de tijd dat iets of iemand in leven is of functioneert
- De levensduur daarvan kan best verlengd worden.
Gangbaarheid
- Het woord levensduur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "levensduur" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -s- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bezieldheid: niet geanimeerd
- Metadomein: abstract
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %