leefgenot

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leef·ge·not
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord leefgenot
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het leefgenoto

  1. het plezier dat je beleeft door ergens te leven
    • Kopsupplies maakt bezwaar tegen de bouwvergunning vanwege het ontbreken van parkeerplaatsen op de tekening bij de aanvraag. Kopsupplies vindt het bovendien onjuist dat er parkeerplaatsen aan de achterzijde van het bedrijf komen, in het zicht van de aangrenzende woningen. Dat tast het leefgenot aan. [1] 
    • In de Utrechtse plaats keerde in de zomer een man terug, die is veroordeeld voor het misbruik van een neefje en het bezit van een grote hoeveelheid kinderporno. Kolff (VVD) onderschrijft dat iemand na het uitzitten van een gevangenisstraf weer vrij is en recht heeft op privacy. 'Maar als burgemeester heb ik ook te maken met onrust in de wijk en het leefgenot van omwonenden', vindt hij. Tegen dat probleem lopen veel meer burgemeesters aan. [2] 
    • Wat speelt er bij u in de buurt? AD lanceert vandaag de tweede editie van het grote Buurtonderzoek. Met het project wil de redactie meer dan ooit tevoren van u weten wat er speelt in uw buurt, wijk en gemeente. Hoe is het leefgenot? Hoe is het contact met de buren? Wat zou u veranderen, als u de keuze had? [3] 
    • De behandeling van de rechtszaak diende in november. De eisers stelden dat door de aardbevingen hun leefgenot is aangetast: stress, slapeloosheid, huilbuien, depressies en angst. Daarom eisten ze een financiële vergoeding voor hun immateriële schade van de NAM en de Staat. [4] 
Synoniemen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[5]


Verwijzingen