arbeidsleven
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ar·beids·le·ven
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arbeidsleven | arbeidslevens |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het arbeidsleven o
- het deel van iemands leven waarin hij of zij werkzaam was
- ▸ Bij de informatie zit ook een vertrouwelijk document met allerlei privégegevens, waaronder over Brennans arbeidsleven en het bsn-nummer van zijn vrouw. De hacker deed zijn verhaal bij The New York Post.[2]
Gangbaarheid
- Het woord arbeidsleven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “WikiLeaks publiceert 'privé-mails' CIA-directeur” (Donderdag 22 oktober 2015, 00:08), NOS