levensonderhoud
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- le·vens·on·der·houd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van leven en onderhoud met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | levensonderhoud | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
levensonderhoud o
- het voorzien in de benodigdheden van het leven, zoals voedsel, kleding e.d
- ▸ De zoon, die Hjalmar heette, moest eruit komen zodat hij bij kon dragen aan het levensonderhoud.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord levensonderhoud staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044628142