Naar inhoud springen

levenskracht

Uit WikiWoordenboek
  • le·vens·kracht
enkelvoud meervoud
naamwoord levenskracht levenskrachten
verkleinwoord - -

delevenskrachtv/m

  1. kracht waarmee de levensverschijnselen zich doen gelden.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be