drukte
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- druk·te
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘het druk-zijn’ voor het eerst aangetroffen in 1700 [1]
- Afgeleid van druk met het achtervoegsel -te.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | drukte | - |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
drukte v
- het hebben van veel activiteit van verkeer, mensen
- Het was me daar een drukte!
- ▸ Het was een gekke gewaarwording om na alle drukte van thuis helemaal alleen te lopen als een klein onderdeel van het landschap.[2]
- veel dingen te doen hebben, het druk zijn
- Met de drukte van vandaag de dag lijk je nergens meer aan toe te komen.
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
drukken |
drukte
- enkelvoud verleden tijd van drukken
- Ik drukte.
- Jij drukte.
- Hij, zij, het drukte.
- Ik drukte.
Gangbaarheid
- Het woord drukte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "drukte" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "drukte" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden met boekreferenties
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -te in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %