levensverlenging

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  levensverlenging    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• le·vens·ver·len·ging

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  leven zn  en  verlenging zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	levensverlenging	levensverlengingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de levensverlenging v

1. (medisch) het langer maken van het leven door het sterven uit te stellen

   ▸ 'Jalta doet leven: Voor een ernstig zieke tbc-patiënt als Tsjechov betekende Jalta levensverlenging.

   ▸ Voor middelen tegen kanker die minimaal drie maanden levensverlenging opleveren, geldt een hogere grens van 50.000 pond. Desondanks worden ongeveer de helft van de nieuwe geneesmiddelen tegen kanker afgewezen voor vergoeding.

Verwante begrippen

• levensduurverlenging

Gangbaarheid

• Het woord levensverlenging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.