levensfunctie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·vens·func·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord levensfunctie levensfuncties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de levensfunctiev

  1. hoofdreden van bestaan, belangrijkste rol
    • Wij denken aan een kerk als de H. Familie in Oberhausen, die zich geheel onopvallend in het menselijke landschap inschrijft, geen enkele reden van bestaan heeft dan haar levensfunctie.  [1]
  2. proces in een organisme dat onmisbaar is om niet dood te gaan
    • Deze ontregeling van de wellicht vitaalste levensfunctie, de afwisseling tussen waken en slapen, bewustzijn en droom, activiteit en regeneratie, tast Dal danig aan.  [2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen