leefkamer
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- leef·ka·mer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van leef ww en kamer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leefkamer | leefkamers |
verkleinwoord | leefkamertje | leefkamertjes |
Zelfstandig naamwoord
- (bouwkunde) een kamer ingericht om in te wonen en leven
- De leefkamer was op het noorden gelegen.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord leefkamer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "leefkamer" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be