cultuurleven

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cul·tuur·le·ven
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cultuurleven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

cultuurleven o [1]

  1. (kunst) alles en iedereen die betrokken is bij kunst en kunstuitingen
     Cultuurleven in Odessa gaat door[2]
     Agterbosch beschouwt zichzelf als ‘Freule van de Nacht.’ Hengelo is haar ‘grote liefde’, zo gaf ze bij haar sollicitatie aan. Ze heeft zich voorgenomen een maandelijks spreekuur te houden en ambassadeur te willen zijn van het Hengelose nacht- en cultuurleven. Daartoe wil ze ook een gesprekspartner van de gemeente en andere organisaties zijn als het gaat over cultuur en nacht. Ze wil ‘nachtlintjes’ uitdelen aan mensen die hun nek uitsteken in de stad en onderdeel zijn van het internationale netwerk van nachtburgemeesters.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2023 Weblink bron “Cultuurleven in Odessa gaat door” (Donderdag 29 december, 09:56), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2023 Weblink bron “Marijke Agterbosch nieuwe nachtburgemeester Hengelo” (11-01-2019), Tubantia