mensenleven

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • men·sen·le·ven
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord mensenleven mensenlevens
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het mensenleveno

  1. (medisch) het levend blijven van een mens
    • Zorgen dat mensen niet doodgaan, het redden van mensenlevens, is een doelstelling van artsen. 
    • Door de natuurramp zijn veel mensenlevens verloren gegaan. 
  2. (tijdrekening) de duur van het leven van een mens
     Toch voelde het voor mij niet als een eeuwigheid, wat zijn immers zes maanden op een mensenleven? Na twintig jaar hard werken in glimmende kantoorgebouwen had ik behoefte aan meer natuur en avontuur.[1]

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be