blauw
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- blauw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blauw | blauwen |
verkleinwoord | blauwtje | blauwtjes |
Zelfstandig naamwoord
blauw o
- (kleur) de primaire kleur die zich in het spectrum bevindt tussen cyaan en violet
- Dat blauw ziet er best mooi uit.
- Blauw is de kleur van de hemel en de Middellandse Zee.
Hyperoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
iemand bont en blauw slaan
blauw zijn
een blauwtje lopen
een blauwe boon
blauwe kaas zich blauw ergeren of zich bont en blauw ergeren
blauwbekken
blauw zien van de kou
alles blauw-blauw laten
blauwe bloempjes
een blauwe maandag
blauwe maan
zich blauw betalen aan iets
Zwolse blauwvingers blauw op straat
zo blauw als een tientje / zo blauw als een reiger
een blauwe
|
Vertalingen
1. primaire kleur die zich in het spectrum bevindt tussen cyaan en violet
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | blauw | blauwer | blauwst |
verbogen | blauwe | blauwere | blauwste |
partitief | blauws | blauwers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
blauw
- (kleur) de kleur blauw hebbend
- Dat lijkt wel een blauw huis!
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Uitdrukkingen en gezegden
- blauw gevroren
- iemand bont en blauw slaan
Vertalingen
1. de kleur blauw hebbend
|
|
iemand bont en blauw slaan
|
Kleuren in het Nederlands (nld) (de kleuren zijn slechts indicatief) (zie ook: RAL-kleuren)
wit | lichtgeel | sneeuwwit | schelp | kant | linnen | kaki | vaalgeel | ecru | sienna | bruin | donkerrood | vuurvaste baksteen |
Indisch rood | lichtkoraal | zalm zalmkleurig |
donkerzalm | lichtzalm | koraal | tomaat | scharlaken scharlakenrood |
rood | oranjerood | donkeroranje | oranje | amber |
goud goudkleurig |
geel | groengeel | limoen | limoengroen | bosgroen | groen | donkergroen | donkerolijfgroen | donkerzeegroen | zeegroen | lentegroen | midlentegroen |
turkoois turquoise |
donkerturkoois | diep hemelsblauw | lichtzeegroen | donkercyaan | cyaan | lichtcyaan | aquamarijn | lichtturkoois | lichthemelsblauw | korenbloemblauw | donkerstaalblauw | koningsblauw |
blauw | middenblauw | donkerblauw | marine marineblauw |
midnachtsblauw | indigo | blauwviolet | donkerviolet | donkermagenta | paars purper |
middenvioletrood | dieproze | fuchsia / lila magenta |
violet | rose roze |
acaciaroze | orchidee | pruim | distel | rookwit | lavendel | zilver zilverkleurig |
donkergrijs | grijs | lichtleigrijs | donkerleigrijs |
zwart | ||||||||||||
Werkwoord
vervoeging van |
---|
blauwen |
blauw
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blauwen
- Ik blauw.
- gebiedende wijs van blauwen
- Blauw!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blauwen
- Blauw je?
Gangbaarheid
- Het woord blauw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "blauw" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "blauw" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ blauw op website: Etymologiebank.nl
- ↑ blauw op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Achterhoeks
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blauw | blauwen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
blauw
Bijvoeglijk naamwoord
blauw
Nedersaksisch
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blauw | blauwen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
blauw
Schrijfwijzen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Bijvoeglijk naamwoord
blauw
Schrijfwijzen
Sallands
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blauw | blauwen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
blauw
Bijvoeglijk naamwoord
blauw
Twents
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blauw | blauwen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
blauw
Bijvoeglijk naamwoord
blauw
Veluws
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blauw | blauwen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
blauw
Bijvoeglijk naamwoord
blauw
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Kleur in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Achterhoeks
- Zelfstandig naamwoord in het Achterhoeks
- Kleur in het Achterhoeks
- Bijvoeglijk naamwoord in het Achterhoeks
- Woorden in het Nedersaksisch
- Zelfstandig naamwoord in het Nedersaksisch
- Kleur in het Nedersaksisch
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nedersaksisch
- Woorden in het Sallands
- Zelfstandig naamwoord in het Sallands
- Kleur in het Sallands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Sallands
- Woorden in het Twents
- Zelfstandig naamwoord in het Twents
- Kleur in het Twents
- Bijvoeglijk naamwoord in het Twents
- Woorden in het Veluws
- Zelfstandig naamwoord in het Veluws
- Kleur in het Veluws
- Bijvoeglijk naamwoord in het Veluws