oranjerood
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: oranjerood (hulp, bestand)
Woordafbreking
- oran·je·rood
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van oranje en rood
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oranjerood | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
oranjerood o
- (kleur) een kleur tussen rood en oranje in
- Heeft u die ook in het oranjerood?
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | oranjerood | oranjeroder | oranjeroodst |
verbogen | oranjerode | oranjerodere | oranjeroodste |
partitief | oranjeroods | oranjeroders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
oranjerood
- (kleur) de kleur oranjerood hebbend
- Hij rijdt in een oranjerode auto.
Verwante begrippen
Anagrammen
Kleuren in het Nederlands (nld) (de kleuren zijn slechts indicatief) (zie ook: RAL-kleuren)
Gangbaarheid
- Het woord oranjerood staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.