Oudnoords

Niet te verwarren met: Oudnoors

Nederlands

ISO 639-3
non
bestand

Uitspraak

• Geluid:  Oudnoords    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• Oud·noords

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  oud  en  Noords 

	enkelvoud	bezitsvorm	meervoud
naamwoord	Oudnoords	-	-
verkleinwoord	-	-	-

Eigennaam

het Oudnoords o

1. geen meervoud (taal) Noord-Germaanse taal die gesproken werd tussen ongeveer de 8e en de 14e eeuw en die de voorganger van de Scandinavische talen was

   • Er zijn geschriften in het Oudnoords gevonden. 

Vertalingen

    1. een taal die de voorganger van de Scandinavische talen was   

Afrikaans: Oudnoors (af) Deens: norrønt (da), oldnordisk (da) Duits: Altnordisch (de) o Engels: Old Norse (en) Frans: vieux norrois (fr) m, ancien nordique (fr) m Hongaars: óészaki (hu) IJslands: fornnorræna (is), frumnorræna (is), norræna (is)

Luxemburgs: Alnordesch (lb) Noors: norrønt (no) Portugees: nórdico antigo (pt) m Slowaaks: staroseverčina (sk), stará severčina (sk) Spaans: nórdico antiguo (es) m Zweeds: fornnordiska (sv)

Gangbaarheid

• Het woord 'Oudnoords' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.