oceaanblauw

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oce·aan·blauw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oceaanblauw
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het oceaanblauwo

  1. (RAL-kleur) een kleur blauw met RAL-nummer 5020; de kleur van een oceaan of zee hebbend.
    • Heeft u die ook in het oceaanblauw? 
stellend
onverbogen oceaanblauw
verbogen oceaanblauwe

Bijvoeglijk naamwoord

oceaanblauw

  1. (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur blauw, met RAL-nummer 5020.
    • Hij rijdt in een oceaanblauwe auto. 
Synoniemen
Vertalingen


Gangbaarheid