Naar inhoud springen

koraal

Uit WikiWoordenboek
[2] hersenkoraal (Diploria labyrinthiformis)
  • ko·raal
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘poliepenskelettenmassa’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1] [2]
  • Leenwoord uit het middeleeuws Latijn, in de betekenis van ‘kerkgezang’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1612 [1] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord koraal koralen
verkleinwoord koraaltje koraaltjes

hetkoraalo

  1. (dierkunde) skelet van de koraalpoliep [2]
     Zeebiologen waarschuwden begin vorig jaar al dat de aanhoudende recordtemperaturen van het zeewater tot grootschalige verbleking van het koraal zou leiden. Die hoge temperaturen zijn het gevolg van de klimaatverandering en het periodieke weerfenomeen El Niño, dat gepaard gaat met opwarming van het zeewater in de Stille Oceaan. De daarop volgende La Niña die op haar beurt voor afkoeling zorgt, duurde korter dan normaal, waardoor de riffen geen tijd hadden om te herstellen.[4]
  2. (neteldieren) een verzamelnaam voor zeedieren van de klasse Anthozoa op Wikispecies (bloemdieren). Het zijn diertjes van maar een paar millimeter die, door hun tentakelkrans, wel wat lijken op een zeeanemoon (zie ook neteldieren). Deze diertjes, ook wel poliepen genoemd, leven vaak in kolonies. Koraalkolonies vormen vaak een onderdeel van koraalriffen
  3. (kleur) een oranjerode kleur, de kleur van koraal
  4. (religie) (muziek) plechtig kerkgezang [3]
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[5]