blå
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deens
Uitspraak
Woordafbreking
- blå
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse bijvoeglijke naamwoord blár
Naar frequentie | 960 |
---|
Bijvoeglijk naamwoord
blå
Verwijzingen
- blå in: Det Danske Sprog- og Litteraturselskabop website:ordnet.dk
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- blå
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse bijvoeglijke naamwoord blár
Naar frequentie | 1093 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | blå | blåere | blåest |
o enkelvoud | blått | |||
meervoud | blå blåe | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
blå blåe |
blåere | blåeste |
Bijvoeglijk naamwoord
blå
- (kleur) blauw
- «I gamlebyen av Hammamet kan man beundre de hvite og blå husene med sine vakkert dekorerte dører og vinduer og den berømte Tunisiske mosaikken.»
- In de oude stad van Hammamet kunt u de witte en blauwe huizen met hun prachtig versierde deuren en ramen en de beroemde Tunesische mozaïek bewonderen.
- «I gamlebyen av Hammamet kan man beundre de hvite og blå husene med sine vakkert dekorerte dører og vinduer og den berømte Tunisiske mosaikken.»
Afgeleide begrippen
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- blå
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse bijvoeglijke naamwoord blár
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | blå | blåare | blåast |
o enkelvoud | blått | |||
meervoud | blå blåe | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
blå blåe |
blåare | blåaste |
Bijvoeglijk naamwoord
blå
Afgeleide begrippen
Zweeds
Uitspraak
Woordafbreking
- blå
Naar frequentie | 1288 |
---|
A: nominatief | stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|---|
onbepaald / sterk |
g enkelvoud | blå | blåare | blåast |
o enkelvoud | blått | |||
meervoud | blå (blåa) | |||
bepaald / zwak | ||||
alle vormen | blå (blåa) | blåare | blåaste | |
bep. enkelvoud bij een mannelijke persoon of een mannelijk dier ook: |
blå (blåe) | |||
B: genitief | stellend | vergrotend | overtreffend | |
onbepaald / sterk |
g enkelvoud | blås | blåares | blåasts |
o enkelvoud | blåtts | |||
meervoud | blås (blåas) | |||
bepaald / zwak | ||||
alle vormen | blås (blåas) | blåares | blåastes | |
bep. enkelvoud bij een mannelijke persoon of een mannelijk dier ook: |
blås (blåes) |
Bijvoeglijk naamwoord
blå
Afgeleide begrippen
Categorieën:
- Woorden in het Deens
- Woorden in het Deens van lengte 3
- Woorden in het Deens met audioweergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Deens
- Kleur in het Deens
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 3
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Noors
- Kleur in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 3
- Woorden in het Nynorsk met audioweergave
- Woorden in het Nynorsk met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nynorsk
- Kleur in het Nynorsk
- Woorden in het Zweeds
- Woorden in het Zweeds van lengte 3
- Woorden in het Zweeds met audioweergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Zweeds
- Kleur in het Zweeds