groen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
groen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- groen
Woordherkomst en -opbouw
- erfwoord via Middelnederlands groen / groene van Oudnederlands gruoni, als kleurnaam aangetroffen vanaf 1040 [1] [2] [3]
Verder wellicht verwant met groeien en gras. Buiten het Germaans zijn geen verwante woorden bekend. Misschien van Proto-Indo-Europees *ǵhroh1-ni (deze gereconstrueerde wortel zou dan weer samenhangen met *ǵhrh1-,"groeien"), maar ontlening uit een substraattaal lijkt waarschijnlijker.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | groen | groenen |
verkleinwoord | groentje | groentjes |
Zelfstandig naamwoord
groen o
- (kleur)de kleursoort van geel met blauw gemixt.
- Dit groen lijkt wel erg donker.
- ▸ Dekkers: „Planten en bomen leven van de energie die ze uit zonlicht halen. Ze gebruiken de energierijke delen uit het witte licht van de zon. Wat dan overblijft is groen.”[4]
- ▸ Veel leuker, maar ook langzamer, is de Route Nationale 7. Veel sterker dan op de Autoroute ervaar je hoe het landschap langzaam van kleur verschiet, van het sappige groen van de Bourgogne naar het azuurblauw van de Méditerranée, via het droge geel van de Provence.[5]
- ▸ In de Verenigde Staten acteren zeven landen met de kleur groen in het voetbaltenue. Bij Bolivia, Bulgarije en Nigeria verwijst het naar de bodemschatten of de landbouwrijkdom. Voor Kameroen symboliseert groen de hoop en voor Mexico onafhankelijkheid. Voor de spelers van Saoedi-Arabie is groen de kleur van de islam. De Ieren daarentegen denken bij deze kleur aan het katholicisme.[6]
- (metonymisch) gebladerte, loof en andere plantendelen met veel bladgroen
- Fietsen door het groen.
- De bloemist verwerkt ook veel groen in het boeket.
- (figuurlijk) passend in een natuurbewuste of duurzame levensstijl
- ▸ Groene stroom in Nederland is populair. Meer dan de helft van de huishoudens in Nederland neemt stroom af die voortkomt uit wind, zon of biomassa.[7]
Hyperoniemen
- [1] regenboogkleur
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- Groen zien van jaloezie
Heel erg jaloers zijn
- Rijp en groen
Ervaren en onervaren, geschikt en ongeschikt
- Groen en geel zien
Meer letterlijk: misselijk zijn, meer figuurlijk: erg kwaad zijn
- Lichten/Seinen die op groen staan
Teken dat iets kan, veilig en toegestaan is
- • Toen ook de kinderen mijn rare plan accepteerden stonden alle lichten ineens op groen. [8]
Vertalingen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | groen | groener | groenst |
verbogen | groene | groenere | groenste |
partitief | groens | groeners | - |
Bijvoeglijk naamwoord
groen
- (kleur) de kleur groen hebbend
- Dat is een groene vlag.
- ecologisch verantwoord, milieuvriendelijk
- Hij wil alleen maar groene benzine en groene stroom gebruiken.
- onervaren, nieuw
- Hij is nog een beetje groen, maar dat trekt wel bij.
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Uitdrukkingen en gezegden
- Groene vingers hebben
Planten goed kunnen verzorgen
- Groen als gras zijn
Net komen kijken en dus nog zeer onervaren zijn
- Onder de groene zoden liggen
Begraven zijn (v.e. overledene)
Spreekwoorden
- Bij de buren is het gras altijd groener
De situatie van anderen of iets nieuws uitproberen schijnt altijd beter dan de huidige eigen situati
- Een oude bok lust nog wel een groen blaadje
Ook een oude man wil graag een jonge minnares
- Het gras aan de overzijde is altijd groener
De situatie van anderen of in een gewenste toekomst schijnt altijd beter dan de huidige eigen situatie
Anagrammen
Vertalingen
1. de kleur groen hebben
|
|
Werkwoord
vervoeging van |
---|
groenen |
groen
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van groenen
- Ik groen.
- gebiedende wijs van groenen
- Groen!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van groenen
- Groen je?
Gangbaarheid
- Het woord groen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "groen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[9] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Kleuren in het Nederlands (nld) (de kleuren zijn slechts indicatief) (zie ook: RAL-kleuren)
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ groen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "groen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Weblink bron
Wilmer Heck“Waarom is bijna alles in de natuur groen gekleurd?” (20 augustus 2009) op nrc.nl - ↑
Weblink bron
Peter Giesen“Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant - ↑
Weblink bron
Paul de Lange & Theo Toebosch“De symboolwaarde van keihard oranje” (11 juni 1994) op nrc.nl - ↑
Weblink bron
Erik van der Walle“Zo maak je van grijze stroom groene stroom” (27 januari 2020) op nrc.nl - ↑ Tim Voors: Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada, 2018
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
Uitspraak
Bijvoeglijk naamwoord
groen
Welsh
Zelfstandig naamwoord
groen
- gemuteerde vorm van croen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Erfwoord in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Kleur in het Nederlands
- Metonymisch in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Afrikaans
- Woorden in het Afrikaans met audioweergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Afrikaans
- Woorden in het Welsh
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Welsh