marineblauw
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: marineblauw (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ma·ri·ne·blauw
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van marine en blauw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | marineblauw | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
marineblauw o
- (kleur) een bepaalde kleur donkerblauw
- Heeft u die ook in het marineblauw?
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | marineblauw | marineblauwer | marineblauwst |
verbogen | marineblauwe | marineblauwere | marineblauwste |
partitief | marineblauws | marineblauwers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
marineblauw
- (kleur) de kleur marineblauw hebbend
- Hij rijdt in een marineblauwe auto.
Synoniemen
Vertalingen
1. donkerblauw
Kleuren in het Nederlands (nld) (de kleuren zijn slechts indicatief) (zie ook: RAL-kleuren)
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord marineblauw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.