Naar inhoud springen

rood

Uit WikiWoordenboek
 
1. rood, primaire kleur
  • rood
  • In de betekenis van ‘kleurnaam’ voor het eerst aangetroffen in 1156 [1]
  • Van het Oudnederlandse rōt[2]
[1] enkelvoud meervoud
naamwoord rood -
verkleinwoord - -
[2] enkelvoud meervoud
naamwoord rood roden
verkleinwoord roodje roodjes

hetroodo

  1. o (kleur) primaire kleur zoals die van licht met een golflengte tussen de ca. 620 en 740 nm
    • Rood is de kleur met de meeste emotionele lading.[3] 
  2. v/m (valkerij) een vogel die nog niet gemuit heeft en zijn jeugdkleed nog heeft
  • Rood als een kalkoense haan
Stoett-752 [4]
  • Rood op de graat
Stoett [5]
  • De rode haan laten kraaien
iets in brand steken
  • Geen rooie cent
  • Niet zuiver ( of rood) op de graat
Stoett-722 [6]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen roodroder, (rooier)roodst
verbogen rode, (rooie)rodere, (rooiere)roodste
partitief roodsroders, (rooiers)-

rood

  1. (kleur) de kleur rood hebbend
    • Na dat geren zien jullie allemaal rood, maar Jan is wel het roodst. 
     Thuis kwamen er hele watervallen uit de openbrekende hemel, tropische regens die wekenlang aanhielden, bossen die zo doordrenkt raakten dat het groen bijna zwart leek, lichtreclames die doofden, hellingen die in kolkende modderstromen veranderden, bloemen van de toortsgember die zo rood waren dat het leek alsof de bloemblaadjes waren gekleurd met mensenbloed - en wij die dan allemaal onder luifels stonden te schuilen of ons thuis opsloten tot we weer veilig de straat op konden, over de glimmende teerweg.[7]
     Waarom Sinterklaas een nieuwe rode mantel kreeg[8]
     Eén jongen die me direct opviel door zijn gigantische rode baard vertelde me dat hij een houthakker uit Tennessee was.[9]
  2. (metonymisch) (politiek) met betrekking tot het socialisme of communisme (als symbolisme van revoluties, voor het eerst aangetroffen tijdens de Franse Revolutie, verwijzend naar de radicale Jakobijnse aanhangers)
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[10]

rood

  1. (kleur) rood; primaire kleur zoals die van licht met een golflengte tussen de ca. 620 en 740 nm

rood

  1. (kleur) rood; de kleur rood hebbend

rood

  1. (kleur) rood; de kleur rood hebbend
enkelvoud meervoud
naamwoord rood roden
verkleinwoord
  • Afgeleid van het Proto-West-Germaanse *raud

rood

  1. (kleur) rood; primaire kleur zoals die van licht met een golflengte tussen de ca. 620 en 740 nm

rood

  1. (kleur) rood; de kleur rood hebbend

rood

  1. (kleur) rood; de kleur rood hebbend

rood

  1. (kleur) rood; primaire kleur zoals die van licht met een golflengte tussen de ca. 620 en 740 nm

rood

  1. (kleur) rood; de kleur rood hebbend
  • Afgeleid van het Proto-West-Germaanse *raud, via het Oudfriese rād

rood

  1. (kleur) rood; de kleur rood hebbend

rood

  1. (kleur) rood; primaire kleur zoals die van licht met een golflengte tussen de ca. 620 en 740 nm

rood

  1. (kleur) rood; de kleur rood hebbend

rood

  1. (kleur) rood; primaire kleur zoals die van licht met een golflengte tussen de ca. 620 en 740 nm

rood

  1. (kleur) rood; de kleur rood hebbend