distel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dis·tel
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘stekelige plant’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • [2]
[1] enkelvoud meervoud
naamwoord distel distels
verkleinwoord disteltje disteltjes
[2] enkelvoud meervoud
naamwoord distel
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het distelo

  1. (plantkunde) een plant met stekels aan de bladeren en aan de bloemhoofdjes
  2. (kleur) de kleur van distels
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen