oudblauw

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oud·blauw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oudblauw
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het oudblauwo

  1. een soort grijs-blauwe kleur met de kleurcode 6018-R88B [2]
     „Aan mijn plafonds zitten dikke houten balken. Die heb ik oudblauw geverfd. Ze vallen echt op als je via de keuken mijn huis binnenkomt. Vooral omdat mijn keuken hoger ligt dan de kamer: je loopt er bijna tegenaan.[3]
  2. oud Delfts blauw aardewerk

Gangbaarheid

73 % van de Nederlanders;
64 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. https://www.kleurenwaaier.nl/kleur/histor-6018-R88B-oudblauw
  3. Bronlink Weblink bron
    Jacomijn Hoekman
    “Stijl: Overal een leuk sfeertje” (04-06-2010), Reformatorisch Dagblad
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be