син

Bulgaars

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /sin/

Woordafbreking

• син

Woordherkomst en -opbouw

• Ontleend aan het Oerslavisch (zelfstandig naamwoord): synъ, het Proto-Indo-Europees (zelfstandig naamwoord): suHnús, het Avestisch (zelfstandig naamwoord): hūnu- en het Oudgrieks (zelfstandig naamwoord): υἱύς.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	син	синове
bepaalde vorm (object)	сина	синовете
bepaalde vorm (subject)	синът
telbare vorm		синове
vocatief	сине, синко

Zelfstandig naamwoord

син m

1. een mannelijk kind van een ouder: (familie) zoon

   «Синът ми става на 15 днес.»

   Mijn zoon wordt vandaag 15.

Schrijfwijzen

• Latijnse transcriptie: sin

Synoniemen

• [1] дете, рожба, чадо
• [1] наследник, потомък

Verwante begrippen

• синче

Verwijzingen

• Речник на българския език - OnlineRechnik.com (Bulgaars)

	enkelvoud			meervoud
	mannelijk	vrouwelijk	onzijdig
naamwoord	син	синя	синьо	сини
bepaalde vorm (object)	синия	синята	синьото	сините
bepaalde vorm (subject)	синият

Bijvoeglijk naamwoord

син m

1. de primaire kleur die zich in het spectrum bevindt tussen cyaan en violet: (kleur) blauw

   «Тази къща излежда синя»

   Dat lijkt wel een blauw huis!

Schrijfwijzen

• Latijnse transcriptie: sin

Verwijzingen

• Речник на българския език - OnlineRechnik.com (Bulgaars)

Oekraïens

Uitspraak

• Geluid:  син    (hulp, bestand)
• IPA: /sîn/

	enkelvoud	meervoud
nominatief	син	сини
genitief	сина	синів
datief	синові, сину	синам
accusatief	сина	синів
instrumentalis	сином	синaми
locatief	синві, сині, сину	синах
vocatief	сину	сини

Woordafbreking

• син

Woordherkomst en -opbouw

• Ontleend aan het Oerslavisch (zelfstandig naamwoord): synъ, het Proto-Indo-Europees (zelfstandig naamwoord): suHnús, het Avestisch (zelfstandig naamwoord): hūnu- en het Oudgrieks (zelfstandig naamwoord): υἱύς.

Zelfstandig naamwoord

син m

1. een mannelijk kind van een ouder: (familie) zoon

Schrijfwijzen

• Latijnse transcriptie: sin

Verwijzingen

• “син” in Ivan Bilodid (editor-in-chief) (1970–1980), Slovnyk ukrajinsʹkoji movy [Dictionary of the Ukrainian language], in 11 vols, Kiev: Naukova Dumka (Oekraïens)