uniform
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- uni·form
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘eenvormige dienstkledij’ voor het eerst aangetroffen in 1745 [1]
- afgeleid van het Latijnse forma met het voorvoegsel uni- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uniform | uniformen |
verkleinwoord | uniformpje | uniformpjes |
Zelfstandig naamwoord
- gelijke, vaak voorgeschreven, kleding
- De eerste die ik sinds lange tijd sprak, afgezien van de weinige afgemeten woorden die ik aan het begin en het einde van de rit had gewisseld met mijn norse taxichauffeur, was een magere, donkere jongen in het nostalgische rode uniform van een piccolo. [3]
- ▸ In Tain l'Hermitage wordt elk jaar zo'n file nagebootst met klassieke voertuigen. Vaak dragen chauffeurs en passagiers kleding uit de jaren vijftig en zestig, terwijl ze begeleid worden door gendarmes in originele uniformen, op klassieke motorfietsen. Van levensader tot nostalgisch themapark, een zwartkijker zou in de Nationale 7 een metafoor voor Frankrijk kunnen zien.[4]
- ▸ Hij was gekleed in een uniform met de aanduidingen van de SOE en de rang van sergeant, gedoucht en geschoren toen hij op de afrondende afspraak verscheen met kolonel Grumpy, zoals iedereen de chef noemde, en zijn twee assistenten.[5]
- (spellingsalfabet) spelwoord van het ITU/NAVO-spellingalfabet voor de letter u
Synoniemen
- [2] Utrecht
Hyperoniemen
- [2] spellingalfabet
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | uniform | uniformer | uniformst |
verbogen | uniforme | uniformere | uniformste |
partitief | uniforms | uniformers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
uniform
- éénvormig, gelijkvormig
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord uniform staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "uniform" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[6] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "uniform" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ uniform op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Pfeiffer, Ilja Leonard"Grand Hotel Europa" 2018 ISBN 978-90-295-2622-7 pagina 11
- ↑
Weblink bron
Peter Giesen“Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant - ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Blauwe ster” (2016), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044628265
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel uni- in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Spellingsalfabet in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %