Naar inhoud springen

blauwgroen

Uit WikiWoordenboek
  • blauw·groen
enkelvoud meervoud
naamwoord blauwgroen
verkleinwoord

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

hetblauwgroeno

  1. geen meervoud (RAL-kleur) tint tussen blauw en groen met RAL-nummer 6004 (  ).
    • Kunt u die panelen ook leveren in blauwgroen? 
    • Heeft u die ook in het blauwgroen? 
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen blauwgroenblauwgroenerblauwgroenst
verbogen blauwgroeneblauwgroenereblauwgroenste
partitief blauwgroensblauwgroeners-

blauwgroen

  1. (RAL-kleur) in een tint tussen blauw en groen met RAL-nummer 6004 (  ).
    • De zijkant was een egaal blauwgroen vlak. 
    • Hij rijdt in een blauwgroene auto. 
namen van RAL-kleuren in het Nederlands