etgroen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- et·groen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | etgroen | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het etgroen o
- (landbouw) gras dat op een weide groeit waarvan al eerder in het jaar het hooi is geoogst
- Etgroen, etgras of nagras is het tweede grasgewas dat na het maaien van het eerste opschiet. [3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord etgroen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "etgroen" herkend door:
9 % | van de Nederlanders; |
14 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ etgroen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Lieske, T."Poëziekroniek" in: Tirade. 298 jrg. 29 nr. 3 (mei/juni 1985) G.A. van Oorschot, Amsterdam; p. 371; geraadpleegd 2019-09-08
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Landbouw in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 9 %
- Prevalentie Vlaanderen 14 %