oog
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: oog (hulp, bestand)
- IPA: / ox / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /oχ/
- (Vlaanderen, Brabant): /ox/
- (Limburg): /oːx/
Woordafbreking
- oog
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘gezichtsorgaan’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1]
|
|
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oog | ogen |
verkleinwoord | oogje | oogjes |
Zelfstandig naamwoord
oog o
- (anatomie) een gezichtsorgaan van een mens of dier voor het waarnemen van lichtprikkels
- Zijn oog functioneert niet correct meer.
- een blik die men op iets richt
- Alle ogen waren op die man gericht.
- elk van de putjes op dobbel- en dominostenen die de waarde ervan aangeven
- De ogen van de dobbelsteen waren licht beschadigd.
- een oogvormige opening van sommige voorwerpen
- Er zat een draad door het oog van een naald.
- een hoefijzervormig ringetje aan kledingstukken waarin een haakje wordt bevestigd
- een uitgevloeide druppel vet op soep
- de knop van een plant
- plek op een aardappel waar bij het uitlopen een worteltje kan ontstaan
- oogvormig versiersel op de staart van pauwen en op de vleugels van sommige vlinders
- het centrum van een cycloon waar windstilte heerst
- Zijn huis was middenin het oog van de cycloon gepositioneerd.
- alleen in toponiemen: eiland
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
Spreekwoorden
|
Vertalingen
1. een gezichtsorgaan van een mens of dier voor het waarnemen van lichtprikkels
|
|
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ogen |
oog
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ogen
- Ik oog.
- gebiedende wijs van ogen
- Oog!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ogen
- Oog je?
Gangbaarheid
- Het woord oog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "oog" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[6] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "oog" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ oog op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tubantia Gerard Smink 24-08-18 PVV: geen tekst in het Turks bij kinderboerderij Hengelo
- ↑ Tim Voors: Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada, 2018
- ↑ Tim Voors: Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada, 2018
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
Uitspraak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oog | oë |
Zelfstandig naamwoord
oog
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Erfwoord in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Anatomie in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Afrikaans
- Woorden in het Afrikaans met IPA-weergave
- Woorden in het Afrikaans met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Afrikaans
- Anatomie in het Afrikaans