Oudhoogduits

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
ISO 639-3
goh
bestand


Woordafbreking
  • Oud·hoog·duits
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Oudhoogduits -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het Oudhoogduitso

  1. (taal) de voorloper van het huidige Duits in de periode 700-1050
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid