netvlies
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- net·vlies
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van net en vlies
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | netvlies | netvliezen |
verkleinwoord | netvliesje | netvliesjes |
Zelfstandig naamwoord
het netvlies o
- (anatomie) een vlies aan de binnenkant van het oog waarop een beeld wordt gevormd
- Het netvlies was bij hem beschadigd.
Synoniemen
Vertalingen
1. een vlies aan de binnenkant van het oog waarop een beeld wordt gevormd
Gangbaarheid
- Het woord netvlies staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "netvlies" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be